(vervolg) Infanterist Jan Freriks schreef tijdens zijn verblijf een brief aan zijn vriendin (?) Marie die we u niet willen onthouden.
Doornenburg 18 mei 1915
Beste Marie,
Ik zal de eerste avond van mijn soldaten leven eens verkorten door u een paar lettertjes te schrijven. Dan zal ik maar ergens beginnen met te melden hoe ik het vandaag alzoo gemaakt heb.
We gingen dan om 2 uur met de boot uit Arnhem en kwamen om 3 uur te Doornenburg aan en toen naar de Schutters tent. Daar werd ons allemaal de stroozak aangewezen. We kwamen toevallig alle vier uit Elden naast elkander te liggen. Om 4 uur gingen we naar het fort eten halen, het smaakte nogal ,alhoewel ik toch niet veel gegeten heb. Het middagmaal bestond uit aardappelen, spinazie en vleesch. Om 7 uur weer brood eten met koffie waar niet veel aan was.
Ik had nog brood van thuis over en dat heb ik toen maar met een glaasje melk opgemaakt. Het is anders wel vreemd en het bevalt mij nog niet erg, enfin, aan alles moet men wennen en ik zal er mij dan ik maar in zien te schikken. We hebben van avond geen vrij en moeten in de tent blijven dus je begrijpt wel dat het er hier aardig naar toe gaat als er zoo’n 70 man om je heen zijn.
Van het verlof heb ik gehoord dat we hoog waarschijnlijk zaterdagavond naar huis gaan en dan Dinsdag morgen weer hier moeten zijn, dus dat is nog al gauw, maar anders had ik het ook niet uitgehouden. De tent waar we liggen kan niet beter zijn.
Het is een heel steenen gebouw, overal open schuivende ramen dus nogal luchtig. Dan achterin de slaapplaatsen voorin tafels met banken om te eten, kaarten, schrijven enz. Wat dat betreft hadden ik het niet beter kunnen hebben.
Nu geloof ik wel dat alles zoo wat geschreven heb, tenminste ze zeiden mij dat ze niet snapten hoe ik zoveel bij elkander kon krijgen nu ik pas eene dag hier was.
Ik zal dan ook maar eindigen. Nu vele groette en tot Zaterdag? Van mij je l. Jan
Geef als eerste een reactie