
Het bestuur van kasteel Doornenburg is weer compleet!
Omdat er afgelopen jaar wat verloop was in het bestuurderscollectief van Doornenburg’s Trots werd er naarstig gezocht naar capabele bestuurders.
Die vond het bestuur in de vorm van Robert Quarles van Ufford (53), woonachtig in Amersfoort.
Robert schreef een korte introductie waarin hij zich voorstelt aan de kasteelvrijwilligers en natuurlijk aan Doornenburg.
Als historicus, werkzaam in de monumentensector, heb ik een grote passie ontwikkeld voor kastelen. Al op jonge leeftijd ben ik geïnteresseerd geraakt in kastelen en buitenplaatsen. Zowel voor mijn werk als onafhankelijk erfgoedadviseur alsook in mijn vrije tijd zet ik mij daarom in voor het behoud, het beheer en het bezoeken van kastelen.
Ik werk graag samen met vrijwilligers. Zo maakte ik in 2018 vanuit de Nationale Monumentenorganisatie (NMo) samen met mijn collega’s een digitale leergang voor vrijwilligers in de erfgoedsector, die inmiddels algemeen wordt gebruikt. Als directeur van de NMo stuurde ik ook zelf een team van enthousiaste vrijwilligers aan. Dat was een verrijkende ervaring, waarvan ik veel heb geleerd.
Ik heb kasteel de Doornenburg inmiddels vele keren bezocht en ik ben elke keer onder de indruk van de schoonheid en de mogelijkheden van het complex. De komende jaren hoop ik mij nuttig te maken voor de Doornenburg, bijvoorbeeld op het gebied van strategieontwikkeling, fondsenwerving en communicatie. De afgelopen decennia heb ik als bestuurder van diverse maatschappelijke organisaties nuttige ervaring opgedaan die ik hoop in te zetten voor een goed beheer van de Doornenburg.
Mijn familie heeft een sterke historische band met de provincie Gelderland. Dat betekent dat ik veel in de provincie ben. Ik ben getrouwd en mijn echtgenote Sheila en ik hebben drie kinderen. Onze oudste dochter is dit jaar begonnen met haar studie bouwkunde in Delft. Ik kijk bijzonder uit naar de samenwerking met de andere bestuursleden en met de vrijwilligers en alle andere personen die betrokken zijn bij de instandhouding en het toekomstbestendig gebruik van de Doornenburg.
Geef een reactie