Doornenburgs Dialect (19)

Omdat het vakantietijd is en DeDoornenburger lekker met de vuutjes in de Indische Oceaan baddert gaan we komende tijd even op herhalingscursus ‘Doornenburgs Dialect’.

Kent u ze nog?

Doornenburgs Dialect! Een onregelmatig verschijnende lijst van Doornenburgse dialectwoorden zoals die door Vàt en Moet in lang vervlogen tijden werden gebezigd.

Vandaag les 19:

Opgedroes

Opgedroes (bijv.nw, ~t,) Opgeblazen, opgezet, pafferig, (ongezond) dik.

Hi-j ziet er nogal opgedroes uut”, hij ziet er nogal pafferig, dik uit. Zo’n honderd jaar geleden, toen Doornenburg eigenlijk bestond uit enkele kinderrijke gezinnen hoorde men vrijwel ieder jaar bij de buurvrouw de verzuchting “Kjèl, kjèl… kwam dâ blaag nou mar snel, ik vuul mien helemoal opgedroes!”
Waarmee duidelijk werd dat mevrouw haar (zoveelste) zwangerschap goed zat was.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*