Doornenburgs Dialect (13)

Omdat het vakantietijd is en DeDoornenburger lekker met de vuutjes in de Indische Oceaan baddert gaan we komende tijd even op herhalingscursus ‘Doornenburgs Dialect’.
Kent u ze nog?

Doornenburgs Dialect! Een onregelmatig verschijnende lijst van Doornenburgse dialectwoorden zoals die door Vàt en Moet in lang vervlogen tijden werden gebezigd.

Vandaag les 13:

SCHOTTESLET

Schôtte’slèt (z.nw, mv: ~te) Ook wel: Schôttelslet. Doekje of lapje waarmee je het aanrecht, de gootsteen en het fornuis schoonmaakt. Andere benamingen: keukendoek, opneemdoek, schoteldoek, vaatdoek, wisdoek, wrijfdoek dweil, schotelvod, vod.

De schotteslet was DE LINKER- EN RECHTERHAND van Den Nederlandsche Huisvrouw in de eerste helft van de vorige eeuw. Want een proper huis was het ALLERHOOGSTE goed op deez’ Aard en dus werd er iedere dag gepoetst en gedweild.

Schotteslet is, in tegenstelling tot wat het tweede deel van het woord suggereert, mannelijk. Geen idee waarom.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*