
Omdat het vakantietijd is en DeDoornenburger lekker met de vuutjes in de Indische Oceaan baddert gaan we komende tijd even op herhalingscursus ‘Doornenburgs Dialect’.
Kent u ze nog?
Doornenburgs Dialect! Een onregelmatig verschijnende lijst van Doornenburgse dialectwoorden zoals die door Vàt en Moet in lang vervlogen tijden werden gebezigd.
Vandaag deel 7:
HOANEHÖLTERS
Hoanehölters (o, mv:~, z.nw.) Houten dakspanten in vooral oudere woningen met een open deel. Ook wel “Hoanebalke” of hanebalk genoemd.
In oude tijden hadden de huizen op het platteland naast het woongedeelte ook een DEEL. Vaak had de deel op de bovenverdieping geen vloer en keek je dus vanaf de begane grond tegen het dakbeschot aan.
De Hoanehölters was het horizontale balkenwerk dat het dak droeg en en deel uitmaakte van de dakconstructie. Op de hoanehölter zat vaak snachts de “hoan”, al dan niet met zijn complete kiepehoarem, te slapen.
De “hölters” of houders hielden dan niet alleen de dakspanten en het dak samen, maar ook de hele kippenfamilie. Soort van Rooms Katholieke kerk maar tóch anders. Gezellig!
Geef een reactie